Werkloosheid ook in mei 3,8 procent

© ANP / Hans van Rhoon
In mei 2025 waren er 385 duizend werklozen. Dat is 3,8 procent van de beroepsbevolking. Hiermee was het werkloosheidspercentage even hoog als in april. Gemiddeld daalde het aantal werklozen de afgelopen drie maanden licht, met 2 duizend per maand. Het aantal mensen met betaald werk steeg in die periode met gemiddeld 7 duizend per maand. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. UWV registreerde eind mei 187 duizend lopende WW-uitkeringen.

Naast de 385 duizend werklozen waren er in mei 3,2 miljoen mensen die niet kort geleden naar werk hebben gezocht en/of daarvoor niet direct beschikbaar waren. Dit zijn vooral mensen die met pensioen zijn, of niet kunnen werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Het aantal mensen buiten de beroepsbevolking nam gemiddeld over de afgelopen drie maanden met 7 duizend per maand af.

Werkloosheid en WW-uitkeringen
JaarMaandWerkloosheidsindicator (ILO) (15 tot 75 jaar, seizoengecorrigeerd) (x 1 000)WW-uitkeringen (15 jaar tot AOW-leeftijd) (x 1 000)
2017januari588419
2017februari582416
2017maart571415
2017april563401
2017mei564386
2017juni555372
2017juli544364
2017augustus534362
2017september529351
2017oktober511343
2017november504337
2017december503330
2018januari487335
2018februari474330
2018maart465327
2018april463314
2018mei460301
2018juni463288
2018juli458279
2018augustus463278
2018september451274
2018oktober444269
2018november433267
2018december437263
2019januari437279
2019februari419274
2019maart416268
2019april409257
2019mei411251
2019juni423243
2019juli424234
2019augustus432237
2019september432233
2019oktober432233
2019november434228
2019december409223
2020januari390241
2020februari383240
2020maart388250
2020april427292
2020mei439301
2020juni513301
2020juli532301
2020augustus533292
2020september519278
2020oktober509278
2020november485276
2020december476286
2021januari448289
2021februari450286
2021maart439282
2021april427266
2021mei419250
2021juni405238
2021juli393224
2021augustus406213
2021september399208
2021oktober382199
2021november359189
2021december369192
2022januari354193
2022februari336188
2022maart327184
2022april316175
2022mei323165
2022juni339161
2022juli353157
2022augustus378152
2022september382152
2022oktober365150
2022november364145
2022december352149
2023januari360154
2023februari356154
2023maart357158
2023april343156
2023mei353151
2023juni353153
2023juli362152
2023augustus364156
2023september371155
2023oktober361156
2023november357160
2023december361161
2024januari368167
2024februari379174
2024maart371175
2024april375170
2024mei367171
2024juni370168
2024juli370164
2024augustus374171
2024september377172
2024oktober376179
2024november372177
2024december373175
2025januari386189
2025februari392190
2025maart395190
2025april387184
2025mei385187

UWV: Aantal WW-uitkeringen licht toegenomen in mei

UWV registreerde eind mei 186,6 duizend WW-uitkeringen. Dat zijn 2,4 duizend uitkeringen meer dan in april. Er kwamen 27,7 duizend nieuwe uitkeringen bij in mei en er werden 25,3 duizend uitkeringen beëindigd.

UWV: Meer WW-uitkeringen in bijna alle sectoren

In 14 van de 18 sectoren nam het aantal WW-uitkeringen toe. Het aantal uitkeringen steeg het sterkst in de landbouw, groenvoorziening, visserij (+7,3 procent), voeding- en genotmiddelenindustrie (+7,0 procent), bouw (+5,1 procent), overheid (+4,5 procent) en overige commerciële dienstverlening (+3,6, procent).

Meer werkenden

In mei waren 9,8 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar aan het werk. Dat is 73,3 procent van alle mensen in deze leeftijdsgroep. In de afgelopen maanden is dit percentage weer toegenomen, na een daling in de tweede helft van 2024. Ondanks deze stijging is de arbeidsparticipatie nog niet helemaal terug op het hoogste niveau van juni 2024, toen 73,4 procent van de 15 tot 75-jarigen aan het werk was. Onder vrouwen is de arbeidsparticipatie (69,6 procent) wel weer terug op het hoogste niveau van juni 2024.

Nettoarbeidsparticipatie, seizoensgecorrigeerd
JaarMaandTotaal (%)Mannen (%)Vrouwen (%)
2020Januari70,674,666,6
2020Februari70,574,566,6
2020Maart70,374,266,4
2020April69,273,065,3
2020Mei69,072,965,2
2020Juni69,273,165,3
2020Juli69,273,165,3
2020Augustus69,373,165,5
2020September69,272,965,6
2020Oktober69,573,365,7
2020November69,773,366,1
2020December69,773,366,1
2021Januari69,773,466,0
2021Februari69,973,766,1
2021Maart69,773,565,8
2021April69,873,865,8
2021Mei69,873,865,9
2021Juni70,474,266,5
2021Juli70,574,466,7
2021Augustus70,774,566,8
2021September70,874,667,0
2021Oktober71,175,067,1
2021November71,275,167,3
2021December71,275,167,2
2022Januari71,575,467,5
2022Februari71,675,567,6
2022Maart72,076,068,0
2022April72,276,368,1
2022Mei72,376,568,1
2022Juni72,276,368,0
2022Juli72,276,268,1
2022Augustus72,176,268,0
2022September72,176,268,0
2022Oktober72,376,568,2
2022November72,676,768,5
2022December72,977,068,8
2023Januari72,977,068,8
2023Februari72,976,968,9
2023Maart72,977,068,8
2023April73,177,368,9
2023Mei73,177,368,8
2023Juni73,177,368,8
2023Juli73,077,268,8
2023Augustus73,277,369,0
2023September73,077,168,8
2023Oktober73,177,468,8
2023November73,277,269,2
2023December73,377,469,2
2024Januari73,477,569,3
2024Februari73,277,369,1
2024Maart73,277,469,1
2024April73,477,469,3
2024Mei73,477,569,3
2024Juni73,477,369,4
2024Juli73,377,269,3
2024Augustus73,076,969,1
2024September73,076,969,0
2024Oktober72,876,768,9
2024November73,076,969,0
2024December73,177,169,2
2025Januari73,277,169,2
2025Februari73,177,069,1
2025Maart73,177,069,1
2025April73,277,269,2
2025Mei73,377,269,4
 

Uitstroom werkloosheid iets groter dan instroom

De ontwikkeling van de werkloosheid is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. In het schema hieronder staan deze stromen. De figuur daaronder laat zien hoe die verschillende stromen zich in de afgelopen jaren ontwikkelden.

De werkloosheid kan toe- of afnemen door vier verschillende stromen. Twee van die stromen kunnen de werkloosheid laten dalen. De eerste is de stroom van werklozen die een baan vinden. De tweede is de stroom van werklozen die stoppen met zoeken, en de arbeidsmarkt –en dus de beroepsbevolking– verlaten. In totaal waren er in mei 241 duizend mensen die drie maanden eerder nog werkloos waren.

Er zijn ook twee stromen die de werkloosheid kunnen laten stijgen. Het gaat om werkenden die hun baan verliezen, en om mensen die zich eerder niet aanboden op de arbeidsmarkt, maar op zoek zijn gegaan naar werk. Als ze niet meteen werk vinden, worden ze deel van de werkloze beroepsbevolking. Het aantal nieuwe werklozen (234 duizend) was iets lager dan het aantal werklozen dat werk vond of uitstroomde naar de niet-beroepsbevolking (241 duizend). Hierdoor daalde het aantal werklozen licht met gemiddeld 2 duizend in de afgelopen drie maanden.

Het CBS publiceert iedere maand over de beroepsbevolking volgens de richtlijnen van de International Labour Organization (ILO). De bijbehorende indicatoren, de werkzame en werkloze beroepsbevolking, worden wereldwijd gebruikt om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te beschrijven. Daarbij zijn maandcijfers essentieel. Daarnaast publiceert UWV maandelijks over het aantal WW-uitkeringen. Deze UWV-cijfers over uitkeringen zijn niet een-op-een vergelijkbaar met de indicatoren over de beroepsbevolking. Voor meer uitleg over de verschillen tussen de bronnen, zie de technische toelichting.