Monitoring Woningtypes Ouderenhuisvesting

5. Zorggeschikte woningen

Voor meer uitleg over de gebruikte begrippen, zie Begrippenlijst

Initiële definitie: Dit zijn zelfstandige wooneenheden die onderdeel zijn van een geclusterde vorm waarin Wlz-zorg geleverd wordt voor bewoners. Om zorg te kunnen leveren is het van belang dat deze wooneenheden rolstoel- of rollatorgeschikt zijn, met voldoende ruimte bij de entree, in de toiletruimte en in de badkamer en dient de woning extra brandveilig te zijn. Het kan hier gaan om zowel zelfstandige woningen als woonruimte in een (intramurale) zorginstelling.

Door het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is aangegeven dat ze, in tegenstelling tot de initiële definitie, (intramurale) zorginstellingen buiten deze groep willen laten. Ook het behoren tot een geclusterde woonvorm zoals in het vorige hoofdstuk is bij de implementatie niet meegenomen, aangezien daaruit geen betrouwbare resultaten zijn gekomen. Daarom worden clusters hier geoperationaliseerd als postcodegebieden (4 cijfers en 2 letters) met relatief veel zorggebruik. Wel wordt de eis gesteld dat het nultredenwoningen moet betreffen. De definitie is uitgebreid met Wmo-gebruikers.

De herziene definitie luidt: Dit zijn zelfstandige nultredenwoningen die onderdeel zijn van een postcodegebied met een meerderheid aan woningen waarin Wlz-zorg ‘Verpleging en verzorging’ of Wmo-zorg geleverd wordt aan bewoners van 55 jaar of ouder. Woningen behorend bij een (intramurale) zorginstelling worden buiten beschouwing gelaten.

5.1 Samenvatting

Er zijn twee methoden waarmee zorggeschikte geclusterde woningen worden gedefinieerd:

  1. Nultredenwoningen in een postcodegebied met minimaal 12 nultredenwoningen en minimaal 50 procent van de woningen bevat een zorg gebruikende 55-plusser.
  2. Nultredenwoningen in een postcodegebied met minimaal 12 nultredenwoningen, die bewoond worden door een 55-plusser die zorg gebruikt.

Beide methoden leiden tot zeer weinig nieuw toegevoegde woningen in zorggeschikte clusters. Dit kan komen doordat de methodes gebruik maken van kenmerken van de bewoners.

5.2 Gebruikte bronnen

5.2.1 Nultredenwoningen zoals eerder bepaald

Gebruiksdoel: Minimumeis

Nultredenwoningen zoals eerder bepaald vormen de basis van de analyse. Merk op dat institutionele instellingen zijn uitgesloten, ondanks dat hierin zorg kan worden verleend.

5.2.2 BAG

Gebruiksdoel: Kunnen clusteren per postcodegebied

Uit de BAG worden 6-positiepostcodegebieden gebruikt. Dit is ongeveer de omvang van een straat of wooncomplex.

5.2.3 BRP

Gebruiksdoel: Leeftijd bewoners en woonduur

De meerderheid van de woningen in dit postcodegebied moet bewoond worden door minimaal één 55-plusser. Merk op dat woningen in het geval van nieuwbouw niet altijd direct worden bewoond. Wanneer informatie mist over (toekomstige) bewoners, kan een woning verkeerd gecategoriseerd worden. Daarnaast wordt gekeken naar de woonduur. De verwachting is dat mensen relatief kort in de zorggeschikte woning wonen, omdat ze daarheen zijn verhuisd vanwege hun zorgbehoefte.

5.2.4 Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en Wet langdurige zorg (WLZ)

Gebruiksdoel: Zorggebruik bewoners

Als er in een postcodegebied veel zorggebruikers bij elkaar wonen, zijn er waarschijnlijk gezamenlijke (zorg)voorzieningen. Dit maakt het ook aannemelijk dat er een ontmoetingsruimte is. En merk ook hier op dat woningen in het geval van nieuwbouw niet altijd direct worden bewoond. Wanneer informatie mist over (toekomstige) bewoners, kan een woning verkeerd gecategoriseerd worden.

5.3 Hypothesen en resultaten

Methode 1: Minimaal 12 nultredenwoningen in postcodegebied. Minimaal 50% van de woningen bevat zorg gebruikende 55-plusser

Binnen Nederland zijn er 440 970 postcodegebieden waarin minimaal één woning staat. In totaal zijn er 8 125 230 woningen, waarvan er 1 653 850 nultredenwoningen zijn. Om als geclusterd te worden gezien, moeten er minimaal 12 woningen zijn, die nultredenwoningen zijn. Er zijn 38 520 postcodegebieden die daaraan voldoen. Daarin bevinden zich 1 416 340 woningen, waarvan er 1 016 690 nultredenwoningen zijn. Er moet ook in de meerderheid van de woningen minimaal één zorg gebruikende 55-plusser wonen. Zorggebruik wordt hier gedefinieerd als zorg op basis van de Wet Langdurige Zorg (Wlz ), zorgtype ‘Verpleging en Verzorging’ of zorg vanuit de Wet maatschappelijk Ondersteuning (Wmo). Er zijn 2 310 postcodegebieden die aan deze eis voldoen. Daarin zijn 64 810 nultredenwoningen. Dit is de eerste methode. Slechts 90 van deze woningen zijn in het afgelopen jaar aan de voorraad toegevoegd door nieuwbouw of overige toevoegingen.

Methode 2: Minimaal 12 nultredenwoningen in postcodegebied, die bewoond worden door 55-plusser die zorg gebruikt

Een tweede methode is om het minimum van 12 niet alleen toe te passen op het aantal nultredenwoningen, maar ook op het aantal nultredenwoningen waarin minimaal één zorg gebruikende 55-plusser woont. Er zijn 1 370 postcodegebieden die aan deze aanvullende eis voldoen. Daarin bevinden zich 49 870 nultredenwoningen. Slechts 70 van deze woningen zijn in het afgelopen jaar aan de voorraad toegevoegd door nieuwbouw of overige toevoegingen.

5.3.1 Geclusterde nultredenwoningen en zorggebruikers naar postcodegebied
Geselecteerd
postcodegebied
Postcode-
gebieden
Nultreden-
woningen
Nieuwbouw
nultredenwoningen
Overige toevoegingen
nultredenwoningen
Totaal440970
Methode 12310648107020
Methode 21370498706010

De verwachting is dat personen die in deze woningen wonen, hiernaartoe zijn verhuisd om zorg te ontvangen of om in de toekomst zorg te kunnen ontvangen. De woonduur zal waarschijnlijk van beperkte aard zijn. Indien er meerdere personen op één adres wonen, is gekeken naar de woonduur van de persoon die er het langste woont.

5.3.2 Woonduur
WoonduurAlle woningenZorggeschikt geclusterd methode 1Zorggeschikt geclusterd methode 2
Tot 5 jaar31%44%46%
5 tot 10 jaar16%25%25%
10 tot 20 jaar20%20%19%
20 tot 30 jaar14%5%5%
30 jaar of meer15%1%1%
Onbekend4%4%4%

Uit bovenstaande tabel blijkt dat personen die in zorggeschikte geclusterde woningen wonen, inderdaad relatief kort in deze woning wonen, wanneer dit vergeleken wordt met de totale woningvoorraad. Dat ondersteunt de hypothese dat mensen op latere leeftijd specifiek in deze woningen komen wonen voor de zorg.

5.4 Conclusie en aandachtspunten

Er zijn twee methoden geselecteerd om zorggeschikte geclusterde woningen te identificeren. Vanwege de privacy gevoeligheid van zorgdata kunnen er weinig controles worden uitgevoerd. Toch kan volgens de gehanteerde definities de populatie zorggeschikte geclusterde woningen bepaald worden.

De hoeveelheid woningen die in het afgelopen jaar is toegevoegd aan de woningvoorraad door nieuwbouw of overige toevoegingen is zeer beperkt. Doordat de identificatie van de postcodegebieden sterk afhangt van de bewoning (leeftijd en zorggebruik), is het mogelijk dat juist het recent toegevoegde aandeel woningen wordt gemist met de huidige methoden. Vanwege het lage aantal worden nieuwbouw en overige toevoegingen in bijgevoegde tabel niet weergegeven op corop- en gemeenteniveau.

Aangezien er geen betrouwbare afbakening gemaakt kon worden van geclusterde woningen met een ontmoetingsruimte, is onbekend of de bewoners van de zorggeschikte geclusterde woningen toegang hebben tot een dergelijke ontmoetingsruimte. Als het in de toekomst mogelijk is om geclusterde woningen beter te identificeren, kan mogelijk ook de methode voor zorggeschikte geclusterde woningen worden aangescherpt.

Paginanavigatie