3. De ontwikkeling van de prijs van energie
Dit hoofdstuk richt zich alleen op de prijzen en prijsontwikkelingen van de energierekening. Daarvoor worden de prijzen tussen januari 2024 en januari 2025 vergeleken. De berekening gaat uit van een vast gemiddeld jaarverbruik (zie toelichting Het berekenen van prijs- en verbruikseffecten), zodat er een zuiver prijseffect berekend kan worden. Alleen het variabele deel is afhankelijk van het verbruik, de verschillen tussen januari 2024 en januari 2025 van de vaste componenten zijn per definitie prijsverschillen. We nemen een gemiddeld jaarverbruik omdat het verbruik in de winter hoger ligt dan in de zomer. Ook betaalt de consument in juni hetzelfde voorschotbedrag als in januari, ook al ligt het gasverbruik in januari hoger dan in juni.
3.1 Prijs van de energierekening daalt met 3 procent
De gemiddelde energierekening daalde met 65 euro door prijsveranderingen, dit betekent een afname met 3 procent ten opzichte van januari 2024. De verbruiksafhankelijke tarieven daalden, dat zijn zowel de leveringstarieven als de energiebelasting. Vastrecht en transportkosten werden juist duurder. De vermindering energiebelasting deed de energierekening iets sterker dalen dan een jaar eerder. Lagere gastarieven zorgden voor een afname op de gasrekening van 63 euro, voor elektriciteit bedroeg de afname 70 euro. Deze daling van tarieven op jaarbasis is beperkt, en aangetekend moet worden dat vanaf de tweede helft van 2024 de tarieven van zowel gas als elektriciteit stegen.
De energiebelasting op gas is per januari 2025 verlaagd, en volgt op een forse verhoging in 2024. Voor elektriciteit is de energiebelasting opnieuw verlaagd. Daarmee zorgen alle belastingmaatregelen (inclusief de vermindering energiebelasting) bij elkaar voor een prijsdaling op de energierekening. Net als in 2024 nemen de kosten voor vastrecht en transport toe. Voor elektriciteit stegen deze iets sterker dan voor gas. Respectievelijk 51 en 15 euro voor de transportkosten en respectievelijk 16 en 11 euro voor het vastrecht, gemeten op jaarbasis.
De transportkosten zorgden voor de grootste prijsstijging op de energierekening. De stijging van deze kosten ligt boven de inflatie. Vergeleken met januari 2024 kostte het transport van gas 6,5 procent meer in januari 2025, en het transport van elektriciteit 12,4 procent meer, tegenover een inflatie van 3,3 procent over diezelfde periode.
Januari 20252) | Prijsverandering t.o.v. januari 20243) | ||
---|---|---|---|
Gas | Transportkosten (vast) | 248 | 15 |
Gas | Leveringskosten (vast) | 85 | 11 |
Gas | Leveringskosten (variabel) | 625 | -63 |
Gas | Energiebelasting | 690 | -6 |
Totaal jaarbedrag gas | 1 648 | -43 | |
Elektriciteit | Transportkosten (vast) | 467 | 51 |
Elektriciteit | Leveringskosten (vast) | 105 | 16 |
Elektriciteit | Leveringskosten (variabel) | 271 | -70 |
Elektriciteit | Energiebelasting | 210 | -15 |
Totaal jaarbedrag elektriciteit | 1 053 | -18 | |
Energiebelasting algemeen | Belastingvermindering energiebelasting | -635 | -4 |
Totale energierekening | 2 065 | -65 | |
3.2 Minder verschil in variabele leveringstarieven
De meeste consumenten betalen voor hun energie een ander tarief dan het gemiddelde leveringstarief. De tabel spreiding van energietarieven houdt bij hoe groot de spreiding is in het variabele leveringstarief, en geeft daarmee een indicatie voor de verschillen in energierekening tussen huishoudens. Gedurende 2024 en in januari 2025 zijn verschillen in prijs tussen huishoudens afgenomen, wat verklaard wordt doordat contracten met een meer gemiddelde prijs in de plaats zijn gekomen van zowel relatief goedkope contracten als relatief dure contracten. De grafieken tonen de verschillen die huishoudens met een relatief duur (hier weergegeven door het 90e percentiel) contract meer kwijt zijn op jaarbasis dan een relatief goedkoop contract (10e percentiel)1). Het jaarbedrag is berekend met de geraamde jaarverbruiken van 2024 en 2025. Op jaarbasis is een huishouden met een relatief duur elektriciteitscontract 170 euro meer kwijt in januari 2025 dan een huishouden met een relatief goedkoop contract, terwijl in januari 2024 dit verschil 274 euro was. Voor gas bedroeg dit verschil in januari 2025 222 euro, in vergelijking met 462 euro in januari 2024. Dit laat zien dat de spreiding tussen energietarieven is afgenomen in een jaar tijd. De meeste consumenten zitten met hun tarieven tussen de relatief dure en goedkope contracten in en voor deze groep zijn de verschillen dus kleiner. Door een verschillend verbruik kunnen er wel grotere verschillen in hoogte van de energierekening optreden.
Jaar | Maand | Verschil tussen 10e en 90e percentiel (euro) |
---|---|---|
2024 | januari | 462 |
2024 | februari | 447 |
2024 | maart | 440 |
2024 | april | 397 |
2024 | mei | 372 |
2024 | juni | 346 |
2024 | juli | 316 |
2024 | augustus | 289 |
2024 | september | 266 |
2024 | oktober | 245 |
2024 | november | 243 |
2024 | december | 226 |
2025 | januari | 222 |
Jaar | Maand | Verschil tussen 10e en 90e percentiel (euro) |
---|---|---|
2024 | januari | 274 |
2024 | februari | 263 |
2024 | maart | 256 |
2024 | april | 244 |
2024 | mei | 228 |
2024 | juni | 220 |
2024 | juli | 209 |
2024 | augustus | 234 |
2024 | september | 226 |
2024 | oktober | 186 |
2024 | november | 186 |
2024 | december | 178 |
2025 | januari | 170 |